De toegangsinstellingen voor services configureren

In uw Norton-product kunt u de toegangsinstellingen opgeven voor de services die op uw Mac worden uitgevoerd. Op basis van de opgegeven toegangsinstellingen en de huidige netwerklocatie van uw Mac worden de netwerkverbindingen die de service gebruiken, toegestaan of geblokkeerd door de firewall.

De toegangsinstellingen die u configureert, gelden specifiek voor de geselecteerde netwerklocatie. De instellingen zijn alleen op uw Mac van toepassing wanneer deze verbinding maakt met de netwerklocatie waarvoor de instelling van Verbindingen blokkeren is geconfigureerd.

Wanneer u een service toevoegt, wordt de naam in het deelvenster \ Beeld van het venster Verbindingen blokkeren weergegeven. Bovendien kunt u de standaardtoegangsinstelling voor de service onder de naam van de service bekijken.

Uw Norton-product maakt standaard de toegangsinstelling <Alle andere services>. Deze toegangsinstelling geldt voor alle services die op uw Mac worden uitgevoerd.

De toegangsinstellingen voor een service opgeven

1. Start Norton.

   Wanneer u naast Apparaatbeveiliging het venster Mijn Norton ziet, klikt u op Openen.

2. Klik in het hoofdvenster van het Norton-product op Geavanceerd of Instellingen.

3. Klik op Firewall in het linkerdeelvenster.

4. Klik op het instellingenpictogram in de rij Verbindingen blokkeren.

5. Selecteer in het venster Verbindingen blokkeren in het menu Instellingen bewerken de netwerklocatie waarvoor u de toegangsinstellingen wilt configureren.

6. Selecteer in het menu Beeld de optie Services/poorten.

7. Selecteer een van de volgende tabbladen:

   Binnenkomend	Hier kunt u de toegangsinstellingen opgeven voor de binnenkomende verbindingen die de service gebruiken.
   Uitgaand	Hier kunt u de toegangsinstellingen opgeven voor de uitgaande verbindingen die de service gebruiken.

8. Klik op Service toevoegen.

9. In het weergegeven dialoogvenster Nieuwe service selecteert u de optie voor de standaardtoegangsinstelling die u voor de service wilt toepassen. U kunt kiezen uit:

   Toestaan	Hiermee worden de netwerkverbindingen voor de service toegestaan.
   Blokkeren	Hiermee worden de netwerkverbindingen voor de service geblokkeerd.

10. Selecteer de vereiste service in het menu Servicenaam.

    Als de service niet wordt weergegeven in het menu Servicenaam, voert u de naam van de nieuwe service in het menu Servicenaam in. U kunt ook een beschrijving voor de service in het veld Beschrijving invoeren.

11. Configureer de volgende tabbladen zoals vereist:

    Poorten	Hiermee worden de poorten in de firewall weergegeven die de service kan openen. U kunt de opties Toevoegen, Bewerken en Verwijderen alleen gebruiken wanneer u een nieuwe service toevoegt. U kunt deze opties gebruiken om de poortnummers toe te voegen of te wijzigen.
    Logboekregistratie	Hiermee worden de typen verbindingen weergegeven die uw Norton-product moet registreren.
    Meldingen	Hiermee worden de typen verbindingen weergegeven waarvoor uw Norton-product een melding moet weergeven wanneer een verbindingspoging wordt gedaan. U kunt selecteren of de firewall de verbindingspogingen die de service gebruiken, moet toestaan of blokkeren.

12. Klik op Opslaan.

13. In het vervolgkeuzemenu Actie onder aan het venster Verbindingen blokkeren kunt u geavanceerde firewallvoorkeuren opgeven. U kunt kiezen uit:

    Registratie- en meldingsinstellingen	Hiermee kunt u het type toegangspoging opgeven waarvoor uw Norton-product records moet bijhouden. U kunt ook opgeven voor welk type toegangspogingen uw Norton-product meldingen moet sturen.
    Geavanceerde instellingen	Hiermee kunt u de geavanceerde firewallopties opgeven.
    Standaardwaarden herstellen	Hiermee kunt u de standaardwaarden van de configuratie herstellen.

14. Klik op Gereed.

Meer hulp nodig?

• De specifieke toegangsinstellingen voor een service aanpassen

• De toegangsinstellingen voor een service bewerken