Het vertrouwensniveau van uw netwerk en apparaten wijzigen

Het vertrouwensniveau bepaalt het standaardtoegangsniveau dat apparaten op uw netwerk tot uw computer hebben. Elk apparaat op uw netwerk dat niet uitdrukkelijk als Vertrouwd of Beperkt wordt bestempeld, gebruikt het vertrouwensniveau van uw netwerk. Het eerste vertrouwensniveau van het netwerk wordt op basis van uw computerconfiguratie ingesteld.

Wanneer u het vertrouwensniveau van uw netwerk wijzigt, wijst uw Norton-product hetzelfde vertrouwensniveau toe aan alle apparaten die met dat netwerk zijn verbonden. U kunt de standaard netwerkinstellingen voor afzonderlijke apparaten wijzigen door het vertrouwensniveau van elk apparaat op vertrouwen of beperken in te stellen.

Het vertrouwensniveau van uw netwerk wijzigen

1. Open uw Norton-product voor apparaatbeveiliging.

   Wanneer u naast Apparaatbeveiliging het venster Mijn Norton ziet, klikt u op Openen.

2. Klik in het hoofdvenster van het Norton-product op Instellingen.

3. Klik in het venster Instellingen op Firewall.

4. Op het tabblad Algemene instellingen in de rij Netwerkvertrouwen klikt u op Configureren.

5. Selecteer in het venster Netwerkvertrouwen onder Vertrouwensniveau een van de volgende opties:

   • Volledig vertrouwd om al het netwerkverkeer dat uw computer van Vertrouwde netwerken ontvangt, toe te staan. Bekende aanvallen en infecties worden nog steeds gecontroleerd. Selecteer deze instelling alleen wanneer u zeker weet dat het netwerk helemaal veilig is.

   • Privé om uw computer tegen bekende aanvallen en onverwacht verkeer te beschermen en om bestanden, mappen, media en printers te delen met andere apparaten in uw netwerk. Als u het vertrouwensniveau op Privé wilt instellen, moet uw computer aan de volgende vereisten voldoen: de computer heeft geen openbaar IP-adres; de computer is verbonden met het LAN via een veilige verbinding; de netwerkcategorie in Windows Vista is op privé ingesteld.

   • Openbaar om uw computer tegen bekende aanvallen en onverwacht verkeer te beschermen en om het delen van bestanden, mappen, media en printers met andere apparaten in uw netwerk te blokkeren. Wanneer deze instelling actief is, worden ook standaard verbindingen met externe bureaubladen geblokkeerd.

     U kunt de instelling Uitzonderingen van openbare netwerken configureren om bestanden, mappen, media en printers te delen en een verbinding met een extern bureaublad in te stellen via het netwerk

   • Beperkt om de communicatie tussen apparaten op uw netwerk en uw computer te blokkeren. Het blijft mogelijk om via apparaten op beperkte netwerken op internet te surfen, e-mail te verzenden en te ontvangen of andere communicaties over te dragen.

6. Klik op Toepassen en vervolgens op OK.

Het vertrouwensniveau van een apparaat wijzigen

1. Open uw Norton-product voor apparaatbeveiliging.

   Wanneer u naast Apparaatbeveiliging het venster Mijn Norton ziet, klikt u op Openen.

2. Klik in het hoofdvenster van het Norton-product op Instellingen.

3. Klik in het venster Instellingen op Firewall.

4. Op het tabblad Algemene instellingen in de rij Apparaatvertrouwen klikt u op Configureren.

5. Selecteer in het venster Apparaatvertrouwen onder Vertrouwensniveau een van de volgende opties:

   • Volledig vertrouwd om het apparaat alleen te controleren op bekende aanvallen en infecties.

     Selecteer deze instelling alleen wanneer u zeker weet dat het apparaat helemaal veilig is.

   • Beperkt om te voorkomen dat het apparaat toegang krijgt tot uw computer.

6. Klik op Toepassen en vervolgens op OK.

   Uw Norton-product geeft het vertrouwensniveau weer van elk beperkt apparaat op het pictogram van het apparaat.

Meer hulp nodig?

• Een apparaat toevoegen aan Apparaatvertrouwen

• Meer informatie over de lijst met uitsluitingen voor Inbraakpreventie

• Meer informatie over Norton Slimme firewall